Het verzamelen en verwerken van de noten van de karitéboom is erg arbeidsintensief.

 

In september en oktober oogsten vrouwen en kinderen de noten. De noten worden gekookt, gedroogd in de zon en gepeld.

 

Na een zorgvuldige selectie malen de vrouwen de bonen tot een bruine pasta. De pasta karnen ze tot een emulsie die een aantal malen wordt gewassen en dan opnieuw gekookt.

 

Na het zeven van de laatste ongerechtigheden uit de emulsie, ontstaat de pure ongeraffineerde karitéboter.

​

​

​

Het kost een vrouw gemiddeld tien uur om een kilo boter te maken.

Daarvoor is zo’n twintig kilo vruchten van de karitéboom nodig.

De jaarlijkse oogst van een volwassen boom van dertig jaar.